OM eist in hoger beroep 15 jaar cel tegen Syrisch militielid voor misdrijven tegen de menselijkheid

In hoger beroep eist het Openbaar Ministerie (OM) 15 jaar gevangenisstraf voor een nu 37-jarige man uit Aleppo, Syrië. De verdachte was vanaf januari 2012 tot en met december 2017 leider van een militie die door de regering van oud-president Assad werd ingezet om geweld te plegen tegen burgers. De man is de eerste verdachte die in Nederland terecht staat voor misdrijven tegen de menselijkheid gepleegd door de Syrische overheid.

De verdachte is in mei 2021 gearresteerd in Kerkrade, nadat hij in 2019 naar Nederland kwam om asiel aan te vragen. Uit onderzoek van het Team Internationale Misdrijven (TIM) van de Landelijke Recherche bleek dat de man onderdeel was van het regime dat onder oud-president Assad talloze mensen het leven heeft gekost.

Dreiging als verstikkende deken

De verdachte heeft volgens het OM als leider deelgenomen aan een organisatie die gericht was op het plegen van internationale misdrijven. Die organisatie, Liwa al-Quds, is opgericht in het Palestijnse vluchtelingenkamp Al-Nayrab in het zuidoosten van Aleppo. Liwa al-Quds functioneerde als de verlengde arm van het regime van Assad en werd bewapend door de veiligheidsdiensten van het regime. De organisatie had volgens het OM de intentie om lichamelijk geweld te gebruiken, onschuldige burgers op te pakken en vast te houden, en om te plunderen.

De advocaat-generaal (aanklager namens het OM in hoger beroep) zei vandaag op de zitting daarover: De inwoners van het van het kamp Al-Nayrab leefden voortdurend in angst voor de onderdrukking en het willekeurige geweld dat elk moment kon plaatvinden, letterlijk om de hoek. De dreiging die dit met zich meebracht moet als een verstikkende deken over het kamp en de bewoners hebben gelegen.”

Volgens het OM is de verdachte mede verantwoordelijk voor het willekeurig arresteren, martelen en folteren van een Syrische burger die in het Al-Nayrab kamp woonde. Het slachtoffer werd begin 2013 uit zijn huis gesleurd waarna hij werd overgedragen aan de Luchtmacht Inlichtingendienst (LID). In een gevangenis van de LID is het slachtoffer wekenlang onrechtmatig vastgehouden en daar op gruwelijke wijze gemarteld. Het OM is ervan overtuigd dat de verdachte als leider van de organisatie wist dat het slachtoffer na zijn arrestatie gemarteld zouden worden. Daarom staat de man terecht voor medeplichtigheid aan de marteling en foltering.

Hoger beroep

In eerste aanleg werd de verdachte door de rechtbank Den Haag veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf. Hij werd toen mede vervolgd voor het arresteren van en het bijdragen aan de foltering en marteling van een tweede slachtoffer. Dit slachtoffer is op dezelfde avond als het eerste slachtoffer uit zijn huis in het kamp gehaald en overgedragen aan de LID. De rechtbank sprak de verdachte hiervan vrij. In hoger beroep is extra onderzoek gedaan, maar is er geen aanvullend bewijs gevonden voor de handelingen gepleegd bij het tweede slachtoffer. Daarom legt het OM zich neer bij de vrijspraak in dat gedeelte van zaak.

De verdachte heeft eerder erkend dat hij lid was Liwa al-Quds, maar ontkende betrokken te zijn bij internationale misdrijven en gewelddadige arrestaties. Het OM stelt dat er juist veel bewijs is voor de betrokkenheid van de verdachte. Meerdere getuigen hebben indringende verklaringen afgelegd en is er bewijs gevonden in de telefoon van de verdachte. Het bewijs is aangevuld met materiaal uit open bronnen zoals foto’s en video’s. Daarop is de verdachte te zien in een camouflagepak met het embleem van Liwa al-Quds, ook draagt hij een wapen. Op de foto’s en video’s is hij in gezelschap van de hoogste commandanten van de militie. Op sociale media wordt hij bovendien 'overste' en 'militaire leider' genoemd.

Het staat voor het OM dan ook vast dat hij verantwoordelijk is voor de misdrijven tegen de menselijkheid en dat hij als leider heeft deelgenomen aan een criminele organisatie gericht op internationale misdrijven in Syrië.  Het OM eist daarom 15 jaar gevangenisstraf.